Toespraak van de Grootmeester
Mijnheer de Burgemeester, mevrouwen, mijne heren schepenen, geachte genodigden, collega – ridders en beste Veerle,
Vandaag zijn we te gast in de ‘Lambiek’, een plaats waar de Ridders zich stellig thuis zullen voelen, niet alleen om reden van de goddelijke drank, maar omdat dit ons de gelegenheid geeft om wat dieper te graven in de oorsprong en de rijke cultuur van deze biersoort in het Pajottenland en Brussel en de link te leggen met de Orde van het gulden Masker’ en dat op de vooravond van de maand van de geuze.
Ik kijk er naar uit dat bierkenners – bollebozen – toch zullen aannemen dat Lambiek wel degelijk te maken heeft met Lembeek.
Is onze Orde bij haar stichting in 1963 niet gebaseerd op de insteek en rituelen van de gelijkaardige Orde van de Roerstok en dus het gilde van de brouwers? Jaja, officieel is de Orde van Het Gulden Vlies de inspiratiebron, maar in dit geval is de Roerstok een stuk beter de thuishaven Trouwens, is onze orde ook niet ontstaan om verdienstelijke leden uit het amateurtheater van Vlaams-Brabant en Brussel een erkenning aan te bieden voor hun tomeloze inzet ten bate van het theater? En is het ook niet zo dat er dermate verschillende soorten lambiek en geuze en faro bestaan als er diversiteit is onder de toneelspelers en gezelschappen en producties?
Veerle komt uit deze rijke grond en uit deze charmante cultuur en nam bovendien het heft in handen om met de theater toverstok de lokale jeugd te leiden en te begeleiden. Want dat is, m.i. onder meer de rol van een ridder, strijden en de strijd ondersteunen, begeleiden, aansturen, nieuwe paden en mogelijkheden navorsen en implementeren en vooral een hart hebben voor de lokale cultuur, ons volk, onze jeugd, want daar willen we voor leven!
Straks zal onze griffier Roeland jullie nog wat info geven over Veerle, op basis van de rijke en brede info van collega – ridder Ivette De Belder, zelf mee de belichaming van wat er in deze regio aan theater leeft en beweegt. Het was voor de Hoge Raad in eerste instantie en voor ons Algemeen Kapittel van januari ll. Dan ook een makkie om Veerde het ridderschap aan te bieden. Ze is nog jong en ze kan op die manier haar theater energie verdelen onder haar lokale projecten en ook de slagkracht van onze Orde mee ondersteunen en helpen uitbouwen.
De ‘Noblesse oblige’ gedachte is nog altijd springlevend onder onze ridders en derhalve is deze intronisatie niet enkel een erkenning, maar tevens een aansporing om buiten de grenzen van de bekende theater omgeving ook anderen te interesseren, aan te moedigen en te ondersteunen en motiveren.
Dus is deze erkenning zeker ook een ‘opgave’. Dat is, beste Veerle, de zending die ook aan deze dag verbonden is.
Ik dank u
Toespraak van de Griffier
Beste aanwezigen
In de loop van het jaar 2022 had collega Ivette Debelder al eens gevraagd hoe dat eigenlijk moest, een nieuwe Ridder voordragen.
Het duurde niet lang of op 5 november 2022 zat het aanvraagdossier in onze bus. De Hoge Raad van 23 november had er geen moeite mee: het dossier was meer dan volledig. De kandidatuur werd voorgelegd aan de Algemene Vergadering.
Op dat Kapittel van 28 januari 2023 werd de kandidatuur door collega Ivette Debelder uitvoerig toegelicht en door de Plenaire Vergadering aanvaard.
Het had wat voeten in aarde om deze plechtigheid te plannen: tussen 23 maart en 12 juli werd ijverig gezocht naar een geschikte datum en plaats. Zowat elke maand veranderde dat wel eens, Op 20 juli was het eindelijk definitief. We gaan Veerle introniseren, hier in de Lambiek, vandaag op 30 september 2023. Daar zal niks meer aan veranderen, hé Ivette?
Sinds 1984 zit Veerle Debusscher geplaagd met de toneelmicrobe. In 2008 nam ze de regie op zich van de jeugdafdeling van Lustig en Vrij. Ze kwam daardoor in de voetsporen van wijlen Ridder Jean-Pierre Michiels, echtgenoot van Ridder Rosa Debelder. Om maar te zeggen dat de toekomst van het jeugdtoneel verzekerd is. De rest van het uitvoerig palmares van Veerle zal in de volgende toespraken zeker in de verf gezet worden.
We zijn nu dus samen getuige van de intronisatie van de 188ste Ridder in de Orde van het Gulden Masker.
Dankwoord van Veerle
Beste grootmeester, beste leden van de hoge raad, beste ridders, beste aanwezigen op dit bijzonder feest,
Ik zou kunnen zeggen: Toneelspelen is altijd een passie geweest. Een passie, een hobby, een bezigheid Iets waar ik mee begonnen ben omdat mijn zussen dat ook deden. Ik was eerst nog te klein. Mijn zussen Hilde en An waren met toneelspelen begonnen omdat onze nichten (Josiane en Rosita) dat deden…. Toneelspelen was er precies al altijd.
Ik zette mijn eerste stappen op de planken toen ik in het tweede leerjaar zat van de lagere school. Net 7 jaar geworden.
Mijn allereerste rolleke was die van een schoolkind in een toneelstukje van 9 minuten dat we met de voorstelling op 7 minuten brachten.
En ik was vertrokken. Ik deed het graag. En ook helpen aan decorstukken knutselen of toneelstukken lezen in het leescomité zat was er al op jonge leeftijd bij. Lustig en Vrij werd al sinds mijn jeugd belangrijk in mijn leven.
Als ik ging verder studeren bleef toneelspelen mijn uitlaatklep. Heel de tijd onder leiding van Jean-Pierre Machiels. Jean-Pierre, als kind hadden we er een beetje schrik van hem. Hij kon heel hard grommelen als het niet goed ging lk wil graag de grootmeester, de leden van de hoge raad en alle ridders bedanken om mij tot hun orde te willen opnemen.
Ik bedank graag het gemeentebestuur van Beersel, voor hun aanwezigheid, hun gastvrijheid, en hun hulp bij de organisatie van dit feest.
Ook special dank aan koninklijke toneelkring Lustig en Vrij, en in het bijzonder de werkgroep intronisatie, voor de organisatie van dit feest.
En natuurlijk dank ik jullie, alle aanwezigen voor hun aanwezigheid.
Dank u, dank u, dank u.
Dromen, iedereen heeft dromen, jong en oud.
En weten jullie waarvan ik ook van droomde als kind…ridder worden.
Ik was nog geen 10 jaar oud toen Jan Debelder Ridder werd. En ja, dat maakte grote indruk.
Daarna was ik getuige van nog eens 5 intronisaties tot ridder in de orde van het Gulden Masker